De term hyperoxalurie omschrijft een lichaamsconditie, waarbij er te veel oxaalzuur in de urine wordt uitgescheiden (meer dan 40 mg per 24 uur bij volwassenen). Dit kan leiden tot de vorming van nierstenen, nier verkalking (“nefrocalcinose”) en in ernstige gevallen tot nierfalen en schade aan andere organen door oxaalzuurstapeling (“systemische oxalose”).
Er worden 2 typen Hyperoxalurie onderscheiden, afhankelijk van de onderliggende oorzaak:
Primaire hyperoxalurie: Een term die verwijst naar een groep zeldzame aangeboren ziekten, waarbij het lichaam zelf te veel oxaalzuur met veel oxaalzuur in de urine als gevolg.
Secundaire hyperoxalurie: deze vorm van hyperoxalurie ontstaat door een verhoogde darmopname van oxaalzuur uit voeding meestal als gevolg van een darmstoornis met een gestoorde vetopname, of als gevolg van een extreme hoge inname van oxaalzuur.
Primaire hyperoxalurie (PH) wordt veroorzaakt door een genetische afwijking (mutaties), die de stofwisseling zodanig beïnvloedt dat te veel oxaalzuur in het lichaam wordt gemaakt:
PH1, >90% PH, ernstigste vorm: Mutaties in het zogenaamde AGXT gen, dat verantwoordelijk is voor de omzetting na glyoxylzuur in glycine in de lever. Bij verminderde werkzaamheid wordt glyoxylzuur in oxaalzuur omgezet. Bijna 70% van patiënten ontwikkelt op den duur nierfalen
PH2, 5-10%: Mutaties in het GRHPR gen. Minder ernstige beloop; ongeveer 20% ontwikkelt nierfalen
PH3, 5-10%): Mutaties in het HOGA1 gen. Ws minst ernstige vorm
Secundaire (enterale) hyperoxalurie is de meest voorkomende vorm van hyperoxalurie. Het wordt voornamelijk gezien als gevolg van darmziekten, die tot een verminderde opname van vet leiden, zoals inflammatoire darmziekten – ziekte van Crohn, Colitis Ulcerosa- of na maag-verkleinende operaties. Excessieve consumptie van oxaalzuur-rijke voeding of hele hoge doses vitamine C kan ook secundaire hyperoxalurie veroorzaken.
Symptomen door hyperoxalurie ontstaan in eerste instantie door de neerslag van calciumoxalaat kristallen in de nier, hetgeen kan leiden tot nierstenen of nier verkalking (nefrocalcinose), en in ernstige gevallen tot nier schade en nierfunctieverlies met als ultieme uitkomst nierfalen. In dat laatste geval kan oxaalzuur niet meer het lichaam verlaten en stapelt het zich in verschillende andere organen (bot, hart, ogen, vaten, zenuwdraden – systemische oxalose):
Terugkerende niersteen aanvallen, meestal koliekpijn (vaak eerste manifestatie)
Nier verkalking (Nefrocalcinose): vaak bij toeval gevonden via echografie
Hematurie (bloed in de urine)
Flank of buikpijn
Dysurie (pijnlijk plassen)
Tekenen van urineweginfectie, frequente aandrang om te plassen
Tekenen van nierfalen (kan eerste manifestatie zijn!)
Tekenen systemische oxalose: botpijn, botbreuken, visusstoornissen, hartfalen (alleen bij nierfalen)
De behandeling richt zich vooral het voorkomen van nierstenen of nier verkalking:
Hyperhydratie | Zeer veel waterinname vermindert aanzienlijk de kans op calciumoxalaat neerslag in de nieren en daarmee de vorming van stenen | ||
Kristallisatie remmers | Kaliumcitraat houdt calciumoxalaat in oplossing en een hoge citraat uitscheiding zorgt op die manier voor minder steenvorming | ||
Pyridoxine (Vitamine B6) | Ongeveer 30% van de Europese PH1 patiënten hebben een verminderde AGT werking, die kan worden verholpen met vitamine B6, waarbij de oxaalzuuruitscheiding soms helemaal normaliseert. | ||
Dieetmaatregelen | Restrictie van oxaalzuurrijke voeding is voornamelijk effectief bij secundaire hyperoxalurie | ||
Behandeling van onderliggende ziekte | Bij enterale hyperoxalurie | ||
Intensieve dialyse | Bij nierfalen | ||
Transplantatie |
| ||
iRNA therapie | Lumasiran (Oxlumo®) and Nedosiran (Rivfloza®). Beiden verlagen effectief oxaalzuur productie bij PH1 patiënten; lumasiran door de FDA en EMA goed gekeurd, nedosiran alleen nog door de FDA. Beiden worden toegediend via injecties onder de huid (subcutaan). |
► Er bestaan nog geen causale behandelingen voor PH.
Vroege diagnose en behandeling heft bewezen gunstige invloed op de prognose, vooral bij PH1 patiënten, m.b.t. het voorkomen van nierfalen en direct levensbedreigende systemische oxalose.
Meest ernstige vorm; meer dan 70% van patiënten ontwikkelt uiteindelijk nierfalen (ESKD), soms al op de zuigelingenleeftijd; deze treedt gemiddeld eerder in het leven op B6-ongevoelige PH1 patiënten dan bij B6-gevoelige patiënten, maar ook deze patiënten kunnen zich presenteren met nierfalen. Tijdige diagnose is essentieel om nierfalen met behulp van behandeling te voorkomen.
Mildere vorm; ongeveer 20% ontwikkelt nierfalen, vrijwel altijd pas op latere leeftijd.
Meest goedaardige vorm, vrijwel alleen nierstenen, heel enkel geval met ernstige nier schade beschreven.
Meestal wel te behandelen met dieetmaatregelen, extravocht inname en citraat. Nierfalen is zeldzaam, maar komt wel voor.